Scheepswrak De Jacob
Scheepswrak de Jonge Jacob aan boord van duwboot
Op 20 december 2006 werd het achterschip van een hektjalk gelicht in de monding van de Dordtsche Kil. Het wrak, dat tijdens baggerwerkzaamheden in juni 2006 werd ontdekt en bekend is geworden onder de naam ‘De Jacob’, bleek tijdens zijn laatste fatale reis op 23 juli 1858 gevaren te zijn door schipper Hendrik Ritmeester en zijn vader Joachem. De laatste zou de schipbreuk niet overleven.
Als gevolg van de gunstige conserveringsomstandigheden in de bodem is achterschip intact gebleven. In het achteronder, dat afgesloten was met een houten schot, is een groot deel van de inventaris, het meubilair en de binnenbetimmering aangetroffen. De duikoperatie bestond uit het vrijleggen en het onder water doorzagen van het wrak, om het daarna door middel van hijsbanden en een frame te lichten. Vervolgens heeft op het droge een uitgebreid scheepsarcheologisch onderzoek plaatsgevonden.
Dit project, dat in opdracht van Rijkswaterstaat is uitgevoerd, schetst een veelzijdig beeld van de 19e-eeuwse binnenvaart. Niet alleen is meer bekend geworden over de constructie en de inventaris van de hektjalk, maar ook gegevens over de opvarenden zijn uit de archieven opgedoken. Het onderzoek laat zien dat de binnenvaart en met name dit scheepstype, van groot belang zijn geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandse infrastructuur.
Het Binnenvaartmuseum van Vereniging De Binnenvaart heeft - aan boord van de voormalige duwboot R. Siegfried - onderdak geboden aan de Jonge Jacob. Het Binnenvaartmuseum biedt
informatie over de historie van de binnenvaart en wisselende tentoonstellingen. Het museum ligt sinds 2004 in het Wantij bij de voormalige scheepswerf De Biesbosch.
Toegang: het binnenvaartmuseum is elke donderdag geopend van 09.00 uur tot 16.00 uur en voor groepen op aanvraag. Toegang is gratis. Voor meer informatie: zie de website van het Binnenvaartmuseum