Bikkels!
Kunststukje van de week - verschenen in De Dordtenaar op 11 maart 2004. De leek: Piet Stoop (boer). Deskundige: Deborah Paalman (Dordts Archeologisch Centrum).
De leek:
Piet woont op een oude boerderij in de Hollandse Biesbosch en heeft een groot aantal schapen. Zijn weidegrond en de boerderij zijn enkel per boot te bereiken vanaf het ‘vaste land’ van Dordrecht.
Op tafel in de keuken van de boerderij worden vier bruine voorwerpjes uitgestald. ‘Aha’, zegt Piet. ‘Ja, daar heb ik wel een idee over’. De bruine dingetjes worden opgepakt en omgedraaid. Om welk materiaal gaat het hier? Piet: ‘volgens mij zijn het schapenbotjes, of in ieder geval botten en ik denk dat ze van schapen zijn’. Ook Hilde, de vriendin van Piet, kijkt mee en zegt een beetje aarzelend: ‘bikkels…spelletje, maar ik dacht varkensbotjes, een tussenwerveltje of niet?’ ‘Volgens mij is het uit euh…, ja, waar precies weet ik niet, of uit de knie, of nog lager uit de poot’, zegt Piet. Waarom denk je dat? ‘Nou, omdat ik het herken min of meer’. Hoezo? Haal je dan wel eens zelf een schaap uit elkaar?! ‘Nee, nee, nee, maar met het werk in het land vind je ook wel eens skeletten natuurlijk, een dier dat 50 of 100 jaar geleden eens begraven is’.
Hebben jullie enig idee hoe oud dit is? ‘Het is zo bruin geworden’, zegt Hilde verbaasd, ‘het is toch normaal wit?’ ‘Ja, maar na een jaar zijn ze denk ik al verkleurd, dat hangt van de grondsoort af’, zegt Piet. Hoe oud de schapenbotjes zijn is dus niet zomaar te zien.
Bikkeltjes dus? ‘Ja, is kinderspeelgoed’, zegt Piet. ‘Maar dat was vier witten en een rode ofzo’, zegt Hilde. Speelde jij dat vroeger? ‘Nee, m’n moeder vertelde dat. Ik heb ze thuis. Ze zijn geverfd, maar ik denk dat het bot is’.
Hoe kun je nu zien dat deze voor het bikkelspel zijn gebruikt? Ieder schaap heeft van die botjes, dat is niets bijzonders. ‘Volgens mij zijn ze behandeld’, zegt Piet. ‘Het lijkt wel of er iets op zit, vernis of was ofzo. Zo heb ik ze nooit gezien, wel vuil en dof’. Piet krijgt een tien met een griffel!
De deskundige:
Bikkels? Piet is een bikkel! Iedere dag met een roeiboot van het vaste land naar je huis varen door weer en wind, dan ben je wel een bikkel….
Maar over dat soort bikkels gaat het in dit kunststukje niet. Het gaat hier over botjes van ca. 3 cm lang en 2 cm breed, afkomstig van de in 1997 uitgevoerde opgraving op het Statenplein in Dordrecht. Deze laat-middeleeuwse bikkeltjes zijn sprongbeentjes (latijn ‘astragalus’) uit het enkelgewricht (achterpoot) van verschillende schapen.
Wat is daar zo bijzonder aan? De botjes zijn meestal niet eens door mensen bewerkt. Veel moeite hoefde ook niet te worden gedaan om ze te verkrijgen, want ze bleven na de slacht achter bij de vleesarme onderpoten van het schaap. Sommige sprongbeentjes kregen echter een tweede leven. Als spelmateriaal!
Met de schapenbotjes kon worden gebikkeld, een rustig spel waarbij het vooral aankwam op concentratie en behendigheid. Voor het spel, dat afkomstig was uit Griekenland en via de Romeinen in ons land terecht is gekomen, waren vier bikkels en een balletje nodig. In het spel ging het erom het balletje omhoog te gooien waarbij, voordat deze weer naar beneden kwam en gevangen moest worden, een aantal handelingen moest worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld bikkeltjes oprapen, rangschikken of omdraaien. Doordat de zijden van de bikkels elk afzonderlijk een naam hadden (stoof, schijt (of kuil), staantje en essie) en er anders uitzagen, was het mogelijk verschillende spelpatronen te onderscheiden. Winnaar was diegene die de afgesproken handelingen in zo weinig mogelijk worpen verrichtte.
Spronggewrichtjes worden vaak gevonden in opgravingen maar lang niet al die botjes werden gebruikt voor het bikkelspel. De hier afgebeelde bikkeltjes echter wel, want ze vertonen een glans die is veroorzaakt door het veelvuldig in aanraking komen met iets zachts als een hand.