Hondenpenning
Kunststukje van de week – verschenen in De Dordtenaar op 2 oktober 2003. Leek: Jolanda Koonings (Huisvrouw). Deskundige: Jan Koonings (Dordts Archeologisch Centrum).
De leek:
De eerste reactie van Jolanda, toen zij de penning onder ogen kreeg, was: ‘Wat is dit voor een geval?’
Turend door een vergrootglas mompelde zij op de vraag waarvan de penning gemaakt zou kunnen zijn: ‘Van metaal. IJzer misschien? Ik heb geen idee!’
‘Wat zou het kunnen zijn? Ik denk twee of eigenlijk drie dingen. Ten eerste vanwege die twee gaatjes een knoop, want het derde gaatje hoort er niet in. Het kan ook een munt of penning zijn.’
Jolanda werd warm, maar het antwoord was nog niet goed. Wat zou het nu ècht zijn?
‘Ik denk een hondenpenning, want er staat een soort van hond op. Of zou het een kat of een vos zijn?’ Niet zo gek, deze gedachte, want in eerste instantie werd de hond voor een rund of een eland aangezien.
Hoe oud dit geval is? ‘Wel, hoe kun je dit nu schatten? Weet ik veel… Mogelijk wel 200 jaar!’
Bij de laatste vraag, waar het voorwerp vandaan zou kunnen zijn gekomen, sloeg de vertwijfeling toe. ‘Hoe moet ik dàt nu weer weten? Welk land? Nederland? Als er een vos op staat mogelijk de Veluwe!’
De deskundige:
Acht jaar geleden kwamen we met dit voorwerp niet veel verder dan dat het een metalen kwitantie was. Een bewijs van betaling zoals het bakenloodje en het rijwielbelastingplaatje uit vroegere tijden.
Tijd voor nadere bestudering. De penning is gemaakt van koper en heeft een diameter van 22 mm. Op de voorzijde staat een hond afgebeeld en is het cijfer 8 ingeslagen. Dit zou op een bedrag (8 duiten of 8 stuiver) kunnen duiden. De keerzijde is blanco.
Verder zijn, behalve een gat dat door corrosie is ontstaan, twee bewust aangebrachte gaatjes te zien. Mogelijk om het voorwerp ergens op of aan te bevestigen. De penning is in 1995 gevonden bij de opgraving op de Kop van de Wijnstraat en blijkt, op grond van de archeologische context, te dateren in de 17e eeuw.
Om meer van de vondst te weten te komen werden diverse instanties geraadpleegd. Allereerst het Belasting- en Douanemuseum in Rotterdam. Volgens dit museum is het een hondenpenning. Dergelijke penningen werden uitgereikt als bewijs van betaling van de hondenbelasting. De vroegste hondenpenning uit Dordrecht die dit museum in de collectie heeft, dateert echter uit 1925. Een heel stuk later dus dan het exemplaar uit de opgraving.
Bij navraag bleek ook het Koninklijk Penning Kabinet (K.P.K.) in Leiden in het bezit te zijn van een 9-tal hondenpenningen uit Dordrecht. De oudste dateert uit 1879 en heeft de vorm van de (jaar)letter K.
De laatste informatiebron was het Stadsarchief. Ook daar was niet te traceren of Dordrecht mogelijk al in de 17e eeuw hondenbelasting zou hebben geheven. De vroegste ordonnantie inzake hondenbelasting in Dordrecht dateert namelijk uit 1829. Uit de archieven bleek echter wel dat Papendrecht in de 17e eeuw al hondenbelasting hief.
Drie opties zijn voorts mogelijk: òf de archeologische context uit de opgraving klopt niet en verschaft de penning daarmee dus een valse datering, òf Dordrecht heeft in den beginne verzuimd deze belastingheffing schriftelijk vast te leggen, òf de penning is aan de Kop van de Wijnstraat wellicht verloren door een Papendrechtse hond…
Tenslotte wist de kynologenclub uit Dordrecht nog te vertellen dat voordat de penningen werden ingevoerd, de werkhonden werden gecoupeerd als bewijs dat de verschuldigde belasting betaald was. (De staart ieder jaar een stukje korter? In ieder geval zullen de honden de penningen dan met vreugde hebben aanvaard!).