Insigne met Tunica
Kunststukje van de week – verschenen in De Dordtenaar op 30 oktober 2003. Leek: Ds. Aage Smilde (predikant van de Gereformeerde kerk). Deskundige: Hans Oosterveer (Dordts Archeologisch Centrum).
De leek:
Dominee Smilde is voor de gelegenheid naar de Gravenstraat gekomen om iets te zeggen over het kunststukje. Voor hem ligt een vierkant metalen voorwerpje.
“Waarvoor het gebruikt werd, of wat het is? De indruk die het op mij maakt is dat het een klein raampje is, met een versiersel er bovenop. Komt het uit de geestelijke wereld? De versiering erboven, dat is misschien een soort van albe, een priesterlijk gewaad. Dan zou het ook iets kunnen zijn wat op de borst van een geestelijke werd gedragen.
“Waarvan het gemaakt is? Een soort metaal, maar wat voor legering het is dat weet ik niet, maar het is een sierstuk zo te zien. Verder staat er een tekst op, met grote hoofdletters geschreven. Ze zijn zo dicht op elkaar geschreven dat ik niet de ene letter van de andere kan ontwaren. Gothische letters lijken het wel.
Waar het vandaan komt? Geen idee. Kan het van een graf komen? Datering? Ik denk 1400 ofzo? Heeft er niet iets moois in gezeten, een glazen stukje of iets dergelijks?” Met die laatste opmerking zit de dominee niet ver van de waarheid!
Dominee Smilde vervolgt: “Ik ben ontzettend geïnteresseerd in die periode, het einde van de middeleeuwen en de overgang naar de reformatie. In die tijd hebben ze op het gebied van vormgeving enorm veel gedaan. Ik ben onlangs ook in Gent geweest, bij Jan van Eyck, het lam Gods. Dan zie je ook hoe alles uitgewerkt is, hoe Maria uitgebeeld is, met allerlei siervoorwerpen. Ik kan me heel goed voorstellen dat dit ook een ornament geweest is. Als je ergens komt, dan wil je iets meenemen, als een soort souvenir. Wat het bij mij oproept is dat mensen altijd een stukje houvast zoeken, dat je iets van lichamelijke nabijheid voelt van de moeder Gods. Dat herken ik wel. Bij ons moeten woorden het doen, het verhaal; in die tijd was het meer tastbaar, je had het bij je. Hoe noemen jullie het nu? Een pelgrimsinsigne? Ik heb wel het een en ander gezien, maar op dit gebied ben ik een echte leek”.
De deskundige:
Het voorwerp van deze week is een lijstje, gebruikt als pelgrimsinsigne en in Dordrecht gevonden tijdens de grote opgraving op het Statenplein in 1997. Het materiaal waarvan het is gemaakt is een legering van lood en tin. De afmetingen zijn 47 x 31 mm. Doorgaans worden dit soort lijstjes gedateerd rond 1500. Het lijstje is echter gevonden in een grondlaag die mogelijk ouder is. Verder onderzoek hiernaar moet nog plaatsvinden. Op de onderkant en zijkanten van het lijstje staat tekst. Een beetje vreemd, want letterlijk staat er: ‘O MATER DIE MEMENTO’. ‘DIE’ moet waarschijnlijk ‘DEI’ zijn, zodat de vertaling luidt: ‘O moeder Gods, gedenk (mij). Het stukje tekst op de bodem staat bovendien op zijn kop.
Bij dit lijstje is de inhoud, een afbeelding van een relikwie (soms achter glas), verdwenen. We weten dat het lijstje uit Aken komt, vanwege de bovenop het insigne afgebeelde tunica, een kleed dat door Maria gedragen zou zijn (en in Aken werd bewaard). De oogjes naast de tunica dienen om het insigne op de kleding vast te naaien.
De tunica was een reliek waarvoor mensen op pelgrimstocht gingen, net als een miraculeus beeld van Maria (‘Maria Aquensis’). Vergelijkbare lijstjes bevatten vaak een afbeelding van dit beeld en ook een spiegeltje, waarmee de heilige uitstraling van de relieken opgevangen kon worden.
Mensen die op pelgrimstocht gingen, namen als herinnering een insigne mee, zodat iedereen kon zien dat zij op pelgrimage geweest waren. Ook werd het insigne geacht als amulet te werken, als bescherming tegen het kwaad en als brenger van geluk.