Spring naar inhoud

Regenleertjes

14e/15e eeuws regenleertje, gevonden in 1997 op het Statenplein. 14e/15e eeuws regenleertje, in 1997 gevonden op het Statenplein. Tekening: O. Goubitz, 2004.

14e/15e eeuws regenleertje, in 1997 gevonden op het Statenplein.      14e/15e eeuws regenleertje, in 1997 gevonden op het Statenplein. Tekening: O. Goubitz, 2004.

Kunststukje van de week – Verschenen in De Dordtenaar op 20 januari 2005. De leek: Corrie Lugtenburg (Dordts Archeologisch Centrum). De deskundige: Olaf Goubitz (deskundige op het gebied van archeologisch leer).

De leek:
Bij het archeologisch onderzoek in 1997 en 1998 op het Statenplein in Dordrecht zijn opvallend veel stukken leer opgegraven. De gesteldheid van de bodem – de venige ondergrond en het vochtige milieu, afgesloten van de lucht - maakt dat organische materialen zoals leer, goed bewaard blijven.
Met leervondsten moet tijdens en na een opgraving zorgvuldig worden omgesprongen vanwege de kwetsbaarheid. Direct als het leer uit de bodem wordt gehaald wordt het nat gehouden in een emmertje water. Daarna wordt het voorzichtig schoongemaakt. Vervolgens moet het leer worden geconserveerd.

Door de inwerking van stoffen in de grond is de samenstelling van het leer echter veranderd. Voor nader onderzoek is het daarom het beste het schoongemaakte leer enige tijd aan de lucht te laten drogen tot het meeste water is verdampt en het daarna te behandelen met speciale impregneermiddelen. Hiervoor zijn verschillende producten in de handel, maar alle middelen bestaan voornamelijk uit vetsubstanties die dienen om verdere uitdroging te voorkomen, het leer te verstevigen en tevens weer soepel te maken. Een andere conserveringsmethode is vriesdrogen. Beide technieken hebben hun specifieke voor- en nadelen, maar de kans dat het leer na behandeling erg stug wordt en krimpt, is het grootst bij vriesdrogen.

Nadat het leer is geconserveerd kan het worden beschreven. Naast de voor de leek herkenbare vormen, zoals schoenen in vele variëteiten, trippen, muilen, zwaard- en messscheden, riemen, beurzen en kledingfragmenten, bevinden zich onder de vondsten ook vele niet herkenbare delen. Stukjes leer met een afwijkende vorm bijvoorbeeld, waarvan je je afvraagt wat dat geweest zou kunnen zijn.

Leerdeskundige Olaf Goubitz, auteur van het standaardwerk 'Stepping through Time', is momenteel bezig leervondsten van de opgravingen op het Statenplein te analyseren. Reden te meer om hem aan het woord te laten en te vragen naar de twee rechthoekige stukjes versierd leer van circa 7,5 bij 3,5 cm.

De deskundige:
Zwaard met regenleertje onderaan handvat, over pareerstang. Het zwaard steekt gedeeltelijk in een (leren) zwaardschede. Tekening: O. Goubitz, 2005.Olaf Goubitz is gepensioneerd maar zijn vak laat hem nog niet los. Hij is dan ook nog dagelijks bezig met het bekijken van archeologisch leer uit verschillende Nederlandse en buitenlandse opgravingen.

De eerste vraag die Olaf werd gesteld was hoe oud het archeologisch leer uit Dordrecht ongeveer is. “Het meeste leer dat is opgegraven in Dordrecht is afkomstig uit de Late Middeleeuwen”, vertelt Olaf. “95 % daarvan bestaat uit schoeisel, zo’n 20.000 fragmenten tot nu toe! Ook leren beurzen, wambuizen (kleding), foedralen, mes-, dolk- en zwaardscheden zijn gevonden. Deze voorwerpen zijn vaak prachtig versierd. In de beurzen, hangend aan de gordel, droegen de mensen geld, sleutels, een kam, documenten en ander klein spul. De foedralen waren houders voor bijvoorbeeld plankjes met een waslaag, waarop kon worden geschreven. Ook kleine boekjes, brillen en naaigerei hadden een lederen foedraal.”

Van welke leersoort zijn de voorwerpen vervaardigd en op welke manier werden ze versierd in de 14e/15e eeuw? “Scheden en foedralen zijn gemaakt van dik, stevig (rund)leer en konden daarom heel gedetailleerd versierd worden. Met reliëfstempeltjes van bijvoorbeeld de franse lelie, ranken, dieren en lijnen. Of uit de vrije hand met vormgereedschap. Schoenen werden versierd met uitgesneden en uitgestanste figuren; harten, ruiten, rondjes, rechthoeken en insnijdingen. Uniek voor Nederland zijn de vier in Dordrecht gevonden schoenen met beschildering van lichtkleurige stippen en lijnen. Van wambuizen worden alleen de grotere versierde delen gevonden. De versiering bestaat uit veel korte en lange insneden. Veel leren voorweren werden na hun eerste gebruiksdoel hergebruikt, maar een wambuis was, nadat het ondraagbaar was geworden, ongeschikt om te versnijden voor ander gebruik vanwege de vele ingesneden versieringen. Zwaardscheden zijn doorgaans versierd met eenvoudig lijnwerk.”

Olaf weet veel over archeologisch leer. Hij is handig in het vervaardigen van replica’s van leer en hij kan prachtig tekenen. Ook maakt hij reconstructietekeningen. Op die manier wordt het gebruiksdoel van zelfs de kleinste fragmentjes leer duidelijk voor een leek. Zo ook voor de voorwerpjes van dit Kunststukje. Wat kan Olaf daar nog over vertellen?
“Deze vondst van een paar ‘regenleertjes’ is erg interessant. Wie zijn zwaard wilde beschermen tegen naar binnen lekkend regenwater deed zo’n leertje rond de pareerstang. Een soort kapje, dat over de insteek van de schede schoof.”