Stadsdepot
Waar gaat alles na afloop van een onderzoek naartoe? Dat is één van de meest gestelde vragen over archeologie in Dordrecht.
Antwoord: naar het Stadsdepot!
Het Stadsdepot is een enorme kluis op industrieterrein Dordtse Kil III. Hier wordt de gemeentelijke 'Collectie Dordrecht' bewaard: de collectie van het Dordrechts Museum, Museum van Gijn, het Regionaal Archief Dordrecht en het Vakteam Erfgoed (archeologie en bouwhistorie). Alle collectie in het depot wordt beheerd door de Dordrechts Museum Organisatie.
Goede bodemomstandigheden
Tijdens vrijwel ieder archeologisch onderzoek worden (fragmenten van) gebruiksvoorwerpen, afval of bouwmaterialen uit het verleden opgegraven. Het gaat om keramiek, glas, natuursteen, metaal, hout, textiel (plantaardige en dierlijke vezels), leer en bot. In Dordrecht wordt relatief veel hout, textiel, leer en bot (organisch materiaal) gevonden. Dat komt doordat de conserveringsomstandigheden in de bodem heel goed zijn: luchtdicht verpakt in een natte ondergrond, onder een soms metersdik pakket klei, mest en afval. Zo blijven voorwerpen van hout, bot en leer honderden jaren goed. Zolang er geen zuurstof bij komt en de grondwaterstand niet wordt verlaagd, blijft dat ook zo.
Specialistisch onderzoek
Juist die goede conserveringsomstandigheden zorgen voor grote hoeveelheden mooie en bijzondere vondsten. Maar veel vondsten betekent ook dat er veel specialisten nodig zijn om de gevonden voorwerpen te beschrijven en dateren: voor iedere materiaalcategorie is een specialist nodig, want zonder een beschrijving vertelt geen enkele vondst een verhaal. Vondsten uit hun comfortabele bodem halen betekent met name voor leer, hout en textiel wel de noodzaak tot conserveren, anders vergaan ze alsnog.
Dit kan opgraven dus relatief duur maken, vooral als het om diepgaande opgravingen in de binnenstad gaat, waar de bewoningssporen uit ruim acht eeuwen elkaar opvolgen. Want het principe van 'de verstoorder betaalt', geldt niet alleen voor het opgraven zelf, maar ook voor alles wat er daarna uit voortkomt, zoals het inhuren van specialisten en het conserveren van vondsten, eigenlijk tot en met de opslag in het depot.
Vondsten overdragen
In het depot moet alles schoon zijn. Hier wordt dan ook geen archeologisch materiaal gewassen en gesorteerd. De vondsten moeten schoon en droog in schone zakken/dozen/kratten aangeleverd worden, voorzien van informatie over de opgraving en determinatiegegevens van specialisten. De vondsten (en analoge projectdocumentatie) worden dan ook pas overgedragen aan het depot als de archeologen klaar zijn met het onderzoek (binnen 2 jaar na afronding van het veldwerk).
Omdat het depot in beheer is bij de Dordrechts Museum Organisatie (DMO), dragen archeologen van binnen en buiten de gemeente vondsten en analoge projectdocumentatie dus formeel over aan het Stadsdepot/DMO. Daar waken een conservator en een collectiebeheerder over de archeologische vondsten uit Dordrecht.
Constant klimaat
Alle vondsten worden onder gereguleerde en constante klimaatomstandigheden bewaard. Daarbij speelt de temperatuur maar vooral de relatieve luchtvochtigheid (rv) een rol: metaalvondsten moeten bijvoorbeeld onder een lagere rv-waarde bewaard worden dan leervondsten.
Toegankelijkheid
Het depot is niet toegankelijk voor publiek. Het is puur een bewaarplaats, waar onderzoekers wèl op aanvraag terecht kunnen om een selectie vondsten te bestuderen.
Weliswaar gaan de meeste vondsten na een opgraving naar het Stadsdepot, maar dit betekent niet dat je ze nooit kunt zien. De opgegraven voorwerpen bieden namelijk veel kansen op het gebied van cultuurtoerisme en zetten Dordrecht zelfs internationaal op de kaart. Daarom zijn enkele topstukken te zien in museum Hof van Nederland en op Facebook, en wordt er continu gewerkt aan de digitale toegankelijkheid van de topstukken in het depot.