Spring naar inhoud

Beerkelder

Beerkelder van het Huis Scharlaken, in 1986/1987 opgegraven door de ROB

Kunststukje van de week - verschenen in De Dordtenaar op 12 februari 2004. De leek: Stefan de Meijer (Student, H.B.O. Bouwkunde, Rotterdam). De deskundige: Jan Koonings (Dordts Archeologisch Centrum).

De leek:
Stefan (21) studeert bouwkunde in Rotterdam, richting Architectuur. Hij weet dus wel het een en ander van bouwstijlen af. Tijdens zijn studie hoopt hij bij een architectenbureau ervaring op te doen. Verdere plannen heeft hij nog niet.

Voor dit kunststukje moet een klein eindje worden gewandeld, namelijk naar de Waag. Daar aangekomen bij de glazen deur die toegang geeft tot het ondergrondse keldergewelf, merkt Stefan op: “Ik ben hier nog nooit binnen geweest en hier altijd voorbij gelopen. Ik was wel nieuwsgierig. Oude muren enzo. Een ruïne! Trekt toch wel de aandacht.” Eenmaal binnen zegt hij, "Lekker luchtje hier zeg! Een riool?" Dat niet, maar het heeft er zijdelings wel mee te maken.
De trap wordt afgedaald en het keldergewelf betreden. De steenformaten vallen Stefan direct op. Grote kloostermoppen èn kleinere stenen. Ook de metselspecie (Dordtse tras) trekt zijn aandacht, evenals de fundering. Aan de onderzijde van de muur wordt deze namelijk steeds breder. Op de vraag waartoe deze ruimte gediend zou kunnen hebben moet Stefan even nadenken en rondkijken. "Mogelijk een opslagplaats of een silo met een tongewelf. In die uitsparingen in de muur kunnen kaarsen hebben gestaan". Op zich niet zo gek bedacht van Stefan, want zo’n kelder had natuurlijk geen TL-verlichting. De uitsparingen waren echter gemaakt voor stellingbalken, om het tongewelf te kunnen metselen.
Bij de hamvraag naar de datering van de kelder antwoordt Stefan na een lichte aarzeling: "Rond 1600 ofzo?" Dat is ongeveer 240 jaar naast de werkelijke ouderdom. Bij de laatste vraag of hij enig idee heeft wat de huidige functie van het gewelf is, komt het juiste antwoord er heel spontaan uitrollen. “Een bezienswaardigheid!”

De deskundige:
Wèl een archeologische vondst, maar geen voorwerp! Het betreft de enige toegankelijke archeologische bezienswaardigheid in de stad Dordrecht; de beerkelder van het Huys Scharlaken.

In 1986/1987 werd door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) het Huys Scharlaken opgegraven. Dit huis werd omstreeks 1220 gebouwd en was één van de eerste bakstenen gebouwen van Dordrecht. Het 35 meter lange en 9 meter brede gebouw ging echter al snel verzakken. Het voorste deel van het huis was namelijk gebouwd op een oeverwal van stevige klei, maar het achterste deel op een veel slappere ondergrond (veen). Tijdens de opgraving werd de ernst van de verzakking goed zichtbaar, want het verschil tussen de voor- en achtergevel van de oorspronkelijke vloer bedroeg 2.20 meter! Om het verzakken tegen te gaan werd de vloer tot zes keer toe opgehoogd. Op het laatst bedroeg het hoogte verschil tussen de voor- en achtergevel nog steeds anderhalve meter. Daarom werd omstreeks 1360 besloten het huis af te breken. Op delen van het oude muurwerk, dat als fundering dienst bleef doen, werd een compleet nieuw gebouw gezet. Het huis werd aanmerkelijk korter; de voorgevel werd een stuk naar achteren verplaatst en op de voormalige tussenmuur verrees de nieuwe achtergevel. Aan de achterzijde werd een nieuwe (trap)toren gebouwd met onderin een beerkelder. De onderste delen van het muurwerk zijn opgetrokken uit hergebruikte stenen (kloostermoppen) van het eerste Huys Scharlaken.

Maar wat is nu een beerkelder? Dat is eigenlijk vergelijkbaar met een ouderwetse ‘poepdoos’ of een septictank: hierin wordt alles opgevangen dat normaliter in een toilet verdwijnt. Ook etensresten en in onbruik geraakte gebruiksvoorwerpen verdwenen echter in de 82 m3 grote beerkelder. Het leegscheppen van de nog volledig aanwezige vieze brei in de beerkelder was voor de archeologen desondanks een feest, want dit leverde vele archeologische vondsten op!

De beerkelder is voor groepen op afspraak te bezichtigen. Tijdens het monumentenweekend ‘Dordt Monumenteel’ kan iedereen gratis binnenlopen.