Kam
Kunststukje van de week – verschenen in De Dordtenaar op 4 september 2003. Leek: Matteo Visser (antiek restaurator).
Deskundige: Taco Groeneveld (Dordts Archeologisch Centrum/AWN).
De leek:
In zijn werkplaats restaureert Matteo meubelen, klokkasten en barometers. Vandaag laten wij hem het kammetje zien. Op de vraag hoe oud het kammetje is, schat Matteo het op vijfhonderd jaar. Hij heeft ooit zelf een benen kammetje, met dezelfde kenmerken, gevonden in de kap van een Engelse klok uit de zeventiende eeuw. Vroeger was 'kammenmaker' een apart beroep. Een boek met ambachten laat er zelfs een gravure van zien.
De kam blijkt van buxushout gemaakt te zijn. Het is te zwaar voor esdoornhout. De verkleuring komt vermoedelijk door het lange liggen in de beerput.
Buxushout is door zijn elasticiteit geschikt om tanden van te maken. De tanden moeten met een heel fijn zaagje gemaakt zijn. Het kan zijn dat er een mal gebruikt is, maar de tanden kunnen ook uit de losse hand gezaagd zijn. Matteo vermoedt dat een kammenmaker op deze manier een paar kammen per dag kon produceren. Overigens ziet hij weinig slijtagesporen. Matteo weet dat de Egyptenaren al van palmhout, een andere naam voor buxushout, kammen maakten.
Het kammetje wordt van alle kanten bekeken: een mooie welving, in de doorsnede een S-bocht. Matteo legt uit dat dit niet veroorzaakt is door het drogen van het hout want dan zou het in één richting gebogen moeten zijn. De fijne, lange tanden vallen op. Mogelijk werd het als luizenkam gebruikt.
Opmerkelijk zijn de mooie tekening en de kleur. Matteo concludeert hieruit dat het om Europees buxus gaat. Vaak werd de herkomst van het hout bepaald door handelscontacten, kerkelijke relaties of vorstenhuizen. Matteo concludeert: Een fascinerend object door zijn vorm, kleur en gaafheid.
De deskundige:
Het voorwerp (8,8 cm lang en 6,7 cm breed) is overduidelijk een kam. Een 16e eeuwse kam van Buxushout om precies te zijn. Buxus sempervirens is een Mediterrane boomsoort. Het harde Buxushout heeft een zeer fijne nerf en is daarom uitermate geschikt voor het vervaardigen van snij- en draaiwerk, zoals lepels, kammen en gravures. Het is bekend dat kammen van deze houtsoort al in de Romeinse tijd naar onze streken zijn verhandeld. In de late Middeleeuwen werd deze boomsoort gekweekt in kloosters en siertuinen, ook in Nederland. Kammen als deze waren in die tijd geen zeldzaam product, maar werden massaal, mogelijk plaatselijk, vervaardigd. In de Middeleeuwen en daarna had gekamd haar dus duidelijk de voorkeur!
De kam heeft zowel grove als fijne tanden. Bekend is dat dergelijke kammen onder andere werden gebruikt voor het vangen van luizen uit menselijk haar.
De kam is begin jaren ’90 gevonden in een grote beerkelder op het terrein van het voormalige Rooms Katholieke Ziekenhuis te Dordrecht. Pal naast de kapel van het ziekenhuis. Helaas werd de kam in 3 stukken gevonden, maar is na zorgvuldige conservering en restauratie weer geheel in oude glorie hersteld.