Miniatuur grape
Kunststukje van de Week - Verschenen in De Dordtenaar op 17 februari 2005. Leken: Marrij den Haring en Tamara ten Hoeve (N.L. HOUTEN SPEELGOED). Deskundige: Mirjam van Oeveren (Dordts Archeologisch Centrum).
De leken:
Op de Groenmarkt is N.L. HOUTEN SPEELGOED dé winkel voor speelgoed en spellen. Als het kunststukje van deze week daar op de toonbank wordt geplaatst, volgen de reacties: “Ik kom er niet aan! Oh, oh, wat ziet dat er kwetsbaar uit? Maar het is mooi, het ziet er prachtig uit.”
Vrijwel direct denken de dames dat het om een miniatuur voor een poppenhuis gaat. Als wordt gevraagd wat er precies te zien is, reageert Marrij als eerste: “De oortjes zitten er nog aan. Dan zie ik drie pootjes, dus het vierde pootje is afgebroken. Denk ik?” Tamara houdt het op drie poten. Als het voorwerp wordt gedraaid en de onderzijde goed te zien is, blijkt de onderlinge afstand tussen de drie poten exact gelijk te zijn. Tussen deze pootjes had nooit een vierde kunnen passen. Het is duidelijk een driepoot.
Ook ontgaat het ringetje, dat aan één van de oortjes hangt, de dames niet. “Misschien heeft aan het andere oortje ook iets gezeten, wat is kwijtgeraakt. Een kettinkje misschien? Want het lijkt mij een pot voor voedsel, die boven het vuur heeft gehangen.” Op de vraag voor wie dit kookpotje gemaakt zou zijn, antwoord Marrij: “Ik denk voor een dame die een poppenhuis had. Vroeger hadden de rijke dames poppenhuizen met mooie spulletjes zoals stijlmeubeltjes en dat soort dingen. Alleen de rijken konden zich zoiets veroorloven. Trouwens, dat is nog steeds een dure hobby.”
Wat bedoelt Marrij eigenlijk met vroeger? “Het komt uit de binnenstad, dus ik denk 350 á 400 jaar geleden misschien?”
De deskundige:
Het kunststukje van deze week valt onder de categorie speelgoed. Het is afkomstig van de Grote Markt , waar kortgeleden een verkenningsonderzoek heeft plaatsgevonden. Met behulp van een metaaldetector is dit object op 27 januari 2005 door een collega opgepiept. Omdat het sterk vervuilde voorwerpje ingedeukt was, leek het in eerste instantie om een bel te gaan.
Na de gebruikelijke ultrasoon baden (vuil komt los door ultrasone trillingen in een bakje water), werd duidelijk dat het niet om een bel ging maar om een miniatuur kookpot, ook wel grape genaamd. Vervolgens is het uiterst kwetsbare miniatuurtje voorzichtig teruggebogen in zijn oorspronkelijke vorm.
Miniaturen zijn kopieën van alle denkbare voorwerpen uit het dagelijkse leven. Een kookpot van rood aardewerk in een 14de eeuwse keuken, zag er precies hetzelfde uit als zijn miniatuur broertje. Kenmerken zoals haakoren (oren met een scherp geknikte hoek), drie poten en ribben rondom de buik van de kookpot zijn duidelijk herkenbaar in de miniatuur.
Het kookpotje is gemaakt van een tin-loodlegering en is 33mm hoog en 28mm breed. Afhankelijk van het voorwerp werd de verhouding tin en lood aangepast. Kleine holle voorwerpen met een dunne wand, zoals dit kookpotje, hebben een relatief hoog tingehalte, het zogenaamde zilvertin. Omdat zilvertin harder is dan een mengsel met meer lood, is het bijzonder geschikt voor het vervaardigen van kwetsbare holle voorwerpen. Al in de 14de eeuw waren de tinnegieters in staat om met behulp van gietmallen miniaturen in series te produceren.
De functie van dit soort miniaturen als zijnde speelgoed, is vaak omstreden vanwege het formaat en het gebruikte materiaal. In ieder geval waren veel van dit soort objecten bedoeld om opgesteld te worden. Dit soort opstellingen, bijvoorbeeld een gedekte tafel, zal waarschijnlijk ook - maar zeker niet alleen - door kinderen zijn gemaakt.
Uit opgravingsgegevens en onderzoek is gebleken dat speelgoed, naast huisraad en werktuigen, één van de meest voorkomende en gevarieerde vondstcategorieën is. Speelgoed moet dus in de middeleeuwse samenleving voor elk kind, in alle soorten huishoudens, onder alle lagen van de bevolking, binnen handbereik zijn geweest. Ware het niet dat het bezitten van deze miniatuur grape waarschijnlijk niet was weggelegd voor een dame(tje) uit een familie met geringe financiële armslag.