Spring naar inhoud

Muntgewichten

Muntgewicht A: voorzijde Muntgewicht A: keerzijde





A



Muntgewicht B: keerzijdeMuntgewicht B: voorzijde



B





Muntgewicht C: voorzijdeMuntgewicht C: keerzijde



C




Kunststukje van de week – Verschenen in de Dordtenaar op 1 augustus 2002.
De leek: Frank Peters (cameraman, editor en presentator bij de TROM). Deskundige: Jan Koonings (Dordts Archeologisch Centrum).
 

De leek:
De eerste reactie van Frank, toen hem de muntgewichtjes werden voorgelegd was: “Het lijkt wel wat op beslag van een boekenkist. Misschien wel de kist van Hugo de Groot”. Op de vraag uit welk materiaal ze zijn gemaakt volgde een lang stilzwijgen en een diep gepeins. “Moeilijk”.

Uiteindelijk kwam er voor voorwerp A; “Koper”, voor B; “Geen idee” en voor C; “Koper” uit de bus. Op de vraag wat er op de muntgewichtjes afgebeeld staat kwamen er een zestal verrassende antwoorden.
Voorzijde van A; “een versiering op de hoed van prins carnaval”.
Voorzijde van B; “het lijkt wel een soort interieur van een bibliotheek”.
Voorzijde van C; “een pelgrimskruis”.

Vervolgens werden de keerzijden onder de loep genomen:
Bij A; “de hoed van prins carnaval”.
Bij B; “een hand, een N, een M en een D. Wat zou dit betekenen? Niets Mooiers dan Dordt?!”
Bij C; “ik zie hartjes, weer een hand en de letters R.V.E.”.

“Waar ze vandaan komen? Slot Loevestein!” “De ouderdom? Daar vraag je me wat!” En dan, na enige twijfel; “16e eeuw”. Tot slot: “waar ze voor gebruikt zijn? Ik blijf bij mijn eerste indruk; het beslag van een (boeken)kist”.

De deskundige:
Een muntgewicht is niet zomaar een rond, vierkant of rechthoekig stukje metaal. Aan de voor- en achterzijde is het voorzien van een afbeelding. De voorzijde lijkt op een munt, de keerzijde duidt de plaats van vervaardiging aan en geeft de initialen van de maker weer. Het lijkt dus erg op een munt, maar dat is het niet.
Wat was de functie van muntgewichten?
Hoewel de waarde van een munt heden ten dage aangegeven staat op de munt zelf, bijvoorbeeld “€ 2,-“, is de waarde van het metaal echter slechts een fractie daarvan. Vroeger was de werkelijke waarde van de munt (nominale waarde) gelijk aan de waarde van het materiaal waarvan de munt gemaakt was (intrinsieke waarde). Een gouden munt was evenveel waard als de hoeveelheid goud die erin verwerkt was. Deze aan het materiaal gerelateerde muntwaarde was echter aan verandering onderhevig; door snode praktijken werden regelmatig kleine hoeveelheden van munten afgevijld of geknepen (snoeien)! Om vast te stellen hoeveel goud of zilver daadwerkelijk aanwezig was, werden de munten gewogen door een geldwisselaar, welke daartoe een setje muntgewichten ter beschikking had. Elke munt had een eigen muntgewicht, waarmee in principe het officiële gewicht van de betreffende munt werd gewogen. Zo kon worden vastgesteld in hoeverre het gewicht van de munt afweek van de vastgestelde norm. Op deze wijze werd bepaald hoeveel geld er verrekend moest worden bij het omwisselen of betalen.

De drie muntgewichtjes die deze keer centraal staan in het Kunststukje van de Week, zijn allen afkomstig uit Dordrecht; twee zijn gevonden bij de opgravingen op het Statenplein (1997), de derde kwam al in 1995 tevoorschijn op de Kop van de Wijnstraat.

Het eerste muntgewichtje is een in Frankrijk geslagen gewicht van messing, 2,5 mm dik en 13 mm in diameter, om een 14e eeuwse gouden gulden, of florijn, uit Florence te wegen. Aan de voorzijde van dit 3,5 gram wegend gewichtje is een lelie afgebeeld en aan de keerzijde een driepuntige kroon.

Het tweede voorwerp is een koperen muntgewichtje van een Utrechtse Davidsgulden. Aan de voorzijde is een afbeelding van de Davidsgulden te zien, aan de keerzijde de initialen van de maker; N.D.M. en een hand in een krans, wat duidt op de plaats Antwerpen. Het refereert aan de muntgewichtmaker, die dit gewichtje rond 1600 in Antwerpen maakte, ten behoeve van een Utrechtse gulden. Het min of meer vierkante gewichtje (14 x 15 x 1,7 mm) weegt 2,5 gram.

Het laatste gewichtje is veel zwaarder (6,5 gram) en iets dikker (14 x 15 x 3,4 mm), maar is eveneens in Antwerpen gemaakt. In het laatste kwart van de 18e eeuw werd dit messing muntgewicht vervaardigd voor het wegen van een Spaanse vier-escudo munt. Aan de voorzijde bevindt zich een kruis met vier punten of kogels en op de keerzijde opnieuw de hand in een krans uit Antwerpen, met de initialen van de maker, in dit geval: R.V.E.