Spring naar inhoud

Snorrebotje

Snorrebotje: (kinder)speelgoed gemaakt van een middenhandsbeentje uit het varkensskelet.

Kunststukje van de week – Verschenen in De Dordtenaar op 7 augustus 2003. Leken: Viktor en Hugo van der Vliet. Deskundige: Deborah Paalman (Dordts Archeologisch Centrum).

De Leken:
Viktor (10) en Hugo (8) mogen beiden hun mening geven over dit voorwerp, want het gebruik van deze archeologische vondst is niet gemakkelijk te raden en twee weten meer dan één!

Waarvan denken jullie dat het is gemaakt? “Soort hout, denk ik”, zegt Hugo. “Het lijkt wel een botje”, zegt Viktor. Pak het eens vast dan en zeg nog eens wat je denkt. “Het lijkt wel een beetje op een fluit”, zegt Viktor. Waarom? “Kijk, hier zit een gaatje, maar da’s een beetje erg klein… Het zal wel niet kloppen”. Het gaatje is door mensen gemaakt denken beide jongens.
Als het een botje is, wat voor botje dan? “Van een euh…, ja, een beest”, zegt Viktor. “Ik denk dat het vooral van z’n lichaam komt, van z’n buik.” Ook Hugo voelt nog eens goed. “Het is wel hard, maar ’t is ook weer niet zo erg hard”, merkt hij op. “Het is ook een beetje licht”, zegt Viktor, “dus ik denk dat het eigenlijk hout is”. Hoe zou je dan kunnen zien of het bot of hout is? “Nou, hout heeft ook meestal deze kleur”, zegt Hugo. Dat is waar, maar dingen die erg lang in de grond hebben gezeten krijgen vaak een andere kleur.
Waarom zit eigenlijk dat gat erin? Viktor: “ik denk dat daar ooit iets doorheen gestoken is ofzo. Als het een fluitje is geweest is dat raar, want het gaatje zit aan beide kanten en als je er dan doorheen blaast hoor je helemaal niks, alleen geruis. Ik denk dat de gaatjes zijn gemaakt om uit te hollen, zodat je erop kan slaan, dan maakt het geluid. Als ik zou moeten kiezen, denk ik dat het een muziekinstrument is”, aldus Viktor.

Het gesprek gaat verder, over het verschil tussen het vinden van een pot goud en een ding dat op een botje of een houtje lijkt. Veel mensen zouden dit ding laten liggen, denkt de archeologe. “Ik niet”, zegt Viktor, “ik zou het meenemen en aan m’n vader vragen wat het is.” Nou, we kunnen je vader wel even vragen of hij weet wat het is? Haal hem maar op!
“Pfffff”, zegt Hans van der Vliet. “Als het in de rimboe was zou ik denken dat ze het door hun neus heen zouden doen.” (Misschien daarom dat gaatje erin? Kun je er toch door ademen…)

Het wordt tijd om te vertellen wat het nu echt is. Als Hugo de ontknoping hoort roept hij meteen: “M’n opa heeft een knoop en daar doet ‘ie een touwtje omheen en dan trekt ‘ie keihard en dan maakt het geluid!”

Voortaan dus maar met iets dat je vindt naar opa gaan, die weet het waarschijnlijk beter dan je vader!

De deskundige:
Een snorrebotje uit de 14e eeuw, in 1997 opgedolven onder de Kromme Elleboog in Dordrecht. De spellingscontrole van de computer zet een rood lijntje onder het woord snorrebotje en komt met een alternatief: ‘knorrepotje’. Nee, het is ècht goed gespeld, maar het is voor velen een onbekend woord geworden omdat dit (kinder)speeltje, in deze vorm, niet voorkomt in onze speelgoedfolders. In de Middeleeuwen echter was dit 8 cm lange botje uit de poot van een varken (toch een knorrepotje dan?) heel gewoon speelgoed. Lang sparen hoefden de kinderen niet om aan dit speelgoed te komen, want hoewel het bewerken van been een specialisme was, was dit botje al vrijwel van nature geschikt voor zijn doel: snorren!

In groen: plaats van een middenvoetsbeentje in het varkensskelet

Een varkensbotje zoals dit kwam vrij bij de slacht. Het enige wat nog gedaan moest worden was hier en daar wat bijschaven en een gaatje boren in het midden. Dàt konden de meeste kinderen met een beetje hulp wel zelf. Vervolgens werd door dat gaatje van de ene naar de andere kant een touwtje gehaald (en in tegenstelling tot de hierboven getoonde foto, ook vanaf één kant weer een keer teruggestoken door dat gat, maar dan langs de buitenkant van het botje. Daarna werd het touwtje doorgetrokken tot een flink stuk naast het botje en, met behoud van lengte, nogmaals van de ene naar de andere kant teruggestoken door dat gat, tot het touwtje aan de andere kant samengeknoopt kon worden met het stukje touw dat daar al uitstak). Aan beide zijden van het botje staken dan twee even lange stukjes touw uit. Het botje werd dan eerst een aantal keren rondgedraaid zodat de touwtjes, die aan de uiteinden stevig met beide handen werden vastgehouden, flink in elkaar draaiden. Door vervolgens de handen steeds weer naar elkaar toe en van elkaar af te bewegen (harmonicabeweging), ging het botje steeds harder ronddraaien en maakte daarbij een zoemend (snorrend) geluid.
Een snorrebotje kon ook van hout of metaal worden gemaakt (het heet dan nog steeds snorrebotje). Ronde schijfjes van metaal, met kartels aan de uiteinden, zoemden het hardst!

Knikkertijd, pokemon-verzameling, chips-tollen-wedstrijd. In de Middeleeuwen snorrebot-rage?