Spring naar inhoud

Spaarpot

Laat-Middeleeuwse spaarpot van (gedeeltelijk) geglazuurd rood aardewerk. Gevonden op het Statenplein in 1997.
 
Kunststukje van de week - Verschenen in De Dordtenaar op 25 november 2004. Leek: Benjamin van den Berg (student). Deskundige: Jan Koonings (Dordts Archeologisch Centrum).


De leek:
Benjamin is 15 jaar. Hij studeert momenteel in Rotterdam aan de Max J. Schreuderschool. Hij wil graag kok worden. Daarom loopt hij twee dagen in de week stage bij een verzorgingstehuis.

Toen Benjamin de archeologische vondst zag, was zijn eerste reactie: ‘Wat is dit voor een ding?’ Dat het van aardewerk was gemaakt zag hij direct. ‘En er zit een tuutje aan’, mompelde hij ‘en het zit bovenop. Er zit een kijkgat in. Je kunt er dus zo doorheen kijken, maar dat zal wel niet de bedoeling zijn.’
In eerste instantie had Benjamin geen idee wat voor een voorwerp het was. Hij zag wel dat er iets in kan worden gestopt. ‘Maar hoe krijg je het er dan weer uit? Stuk slaan denk ik… De gaten horen er niet in. Wel de gleuf. Zou het iets met kleine papiertjes te maken hebben? Een soort van stembus? Of iets met geld?’

En wat denk je van de ouderdom? Uit welke tijd zou het kunnen zijn? ‘Het zou wel eens uit de Middeleeuwen kunnen dateren. Of uit de Romeinse tijd, zo’n 300 jaar na Christus. Ik denk dat het door wat rijkere mensen gebruikt is en dat het uit de grond komt. Daar waar een huis gestaan heeft.’

Opstelling in de Centrale Bibliotheek aan de Groenmarkt: Dagobert Duck met zijn voeten in de gouden munten en de Middeleeuwse spaarpot (en een recent Portugees exemplaar) op de voorgrond.

De deskundige:
‘Wie wat bewaard die heeft wat’. Of: ‘wie spaart, die gaart’, of: ‘een appeltje voor de dorst’. Uitspraken die erop wijzen dat als je in goede tijden wat geld opzij legt, je in wat mindere tijden wat ‘achter de hand’ hebt.
Sinds de Romeinen het muntgeld in onze streken introduceerden, zijn bepaalde manieren van geld opzij leggen, sparen dus, in zwang gekomen. Geld werd verzameld in een pot, een kistje, een oude sok, of een spaarpot. De eerste drie vormen waren zeer toegankelijk, maar een spaarpot van aardewerk was dat zeker niet. Deze moest in de meeste gevallen stuk worden geslagen om bij de inhoud te komen. Hoewel….De herinnering is levendig aan een bepaalde manipulerende beweging met een breed broodmes in de gleuf van de spaarpot, waardoor de gespaarde munten soms rijkelijk uit het spaarvarken rolden!

De hier getoonde spaarpot is te dateren omstreeks 1400-1500 en in 1997 (leeg) gevonden tijdens de opgraving op het Statenplein. Het ongeveer 10 cm hoge potje is vervaardigd uit roodbakkend aardewerk en is voorzien van een slibversiering. De slibversiering bestaat uit een papje van witbakkende klei dat met behulp van een ringeloor werd aangebracht. Een ringeloor is een hoorn van een koe waarvan het puntje is afgezaagd.

Dit bolvormige type spaarpot, wordt ook wel ‘ui-vorm’ genoemd. Daarnaast wordt het aangeduid met enige meer welluidende namen: (moeder)borst-type, borstmodel of tepeltype. Dergelijke benamingen zijn niet uit pure wellust ontstaan, want de borst was een symbool van welvaart. Later werd ook overgegaan tot het vervaardigen van (vetgemeste) spaarvarkens of kippen, eveneens symbolen van welvaart.

Tegenwoordig wordt een spaarpot beschouwd als iets uit de oude doos. Het potje is nu vervangen door een bank- of girorekening, met namen als ‘teledirect’ of ‘easy blue‘. Geld sparen gaat nu telefonisch of via internet. Ook niet helemaal veilig, want het geld is er meestal vrij eenvoudig weer af te halen. Het is in ieder geval wel minder fraudegevoelig voor een eigenaar met een breed broodmes…