Spring naar inhoud

Strijkglazen

Strijkglas met strijkzijde naar boven gerichtStrijkglas met strijkzijde naar onderen gericht

 
Kunststukje van de week – Verschenen in de Dordtenaar op 29 augustus 2002. De leek: Lielé Hommel (modeontwerpster). 
Deskundige: Mirjam van Oeveren (Dordts Archeologisch Centrum).

De leek:
Lielé Hommel is modeontwerpster en ontwerpt voornamelijk bruids-, gelegenheids-en theaterkleding. Het is al weer bijna 17 jaar geleden dat zij haar winkel op de Voorstraat 452 opende. Eén van haar inspiratiebronnen vormt de barokperiode, de 17 e en 18e eeuw. Te midden van vele opgerolde lappen zijde en andere stoffen in alle kleuren van de regenboog, zit zij geduldig te wachten. De vondsten worden uitgepakt en voor haar neus op tafel gezet. “Ik vind ze er sowieso prachtig uitzien, vooral die kleuren”. Maar voordat ze verder gaat, vraagt ze heel voorzichtig of ze er ook aan mag zitten. Een object met een museale functie aanraken, is voor een leek op zich al een bijzonder moment. Nu, met één vondst in haar hand, denkt zij aanvankelijk aan een steen, maar daar is ze niet zeker van. Wat haar vooral aanspreekt is zijn de kleuren, “ze lopen zo mooi in elkaar over”. Wat een eigenaardige dingen joh? Heeft het misschien te maken met plooien, ergens in verwerken of drukken? Snap je wat ik bedoel? Want vanuit die tijd, werden er veel plooien verwerkt.” Welke tijd bedoeld ze, vragen we haar, maar Lielé heeft er eigenlijk geen idee van hoe oud deze objecten zouden kunnen zijn. Gelijktijdig maakt zij een draaiende beweging met de bolle zijde naar beneden gericht, vlak boven de tafel. “Misschien zijn het wel knopen, maar wel hele heftige dan. Toch? Aan de ene kant denk ik dat het een attribuut is om iets te kunnen verwerken, maar aan de andere kant denk ik, waarom is het dan toch zo mooi gekleurd? Toch? Dus het zou ook een functie kunnen hebben om iets mooi te maken. Misschien heeft het ook wel te maken met iets te beschilderen?” Lielé heeft daarbij druktechnieken in gedachten. Verf op steen aanbrengen en vervolgens op stof drukken. Zijde leent zich namelijk goed voor het schilderen en bewerken. Dit is ook te zien in de barokke schilderkunst. Ook de vorm van het voorwerp, waardoor het zo goed in de hand ligt, zou geschikt kunnen zijn om verf op stof aan te brengen.
“Of is het dan toch een sieraad, of misschien verwerkt als sieraad in een kledingstuk?” Het gewicht van de vondsten doet haar vermoeden van niet, hoewel, wilde Lielé nog even kwijt, er in het verleden wel vaker kledingstukken werden gemaakt die onhandel- of ondraagbaar waren.

De deskundige:
Deze afgeplatte massief glazen bollen worden ook wel glans-, grittel- of slikstenen genoemd (naar het Noorse woord ‘slikji’= strijken, glad strijken). Met zo’n bol konden stoffen worden glad gestreken, geplet of gepolijst. De hier afgebeelde exemplaren van glas zijn afkomstig van het Statenplein, dateren uit de 17e eeuw en hebben respectievelijk een diameter van 63 en 73 mm. Het strijkglas, de voorloper van het strijkijzer, werd niet alleen van glas gemaakt, maar kon ook van hout of steen vervaardigd zijn. Vandaar dat ook over ‘strijkstenen’ wordt gesproken. Tot aan de 19e eeuw werden strijkglazen zowel mèt als zonder steel vervaardigd. Deze exemplaren tonen een ‘navel’. Op dit punt is tijdens de fabricage de glasklomp van het pontielijzer (blaaspijp) afgebroken, zonder dat hierop een steel is gezet. Strijkglazen en -stenen werden niet voorverwarmd; de enige warmte die vrijkwam werd veroorzaakt door de wrijving zelf en de lichaamswarmte van de handen.
De afgebeelde strijkglazen vertonen diverse kleuren. Dit zijn niet de oorspronkelijke kleuren, maar zijn het gevolg van een chemisch proces dat op gang kwam nadat de glazen in de bodem terecht zijn gekomen. De verhouding tussen de ingrediënten van glas en de bodemgesteldheid waarin het glas zich heeft bevonden, bepalen de duurzaamheid van het glas. Glas kan ‘ziek’ worden en gaan schilferen (iriseren). Doordat het licht door de schilferende laagjes anders reflecteert, vertoont het glas de prachtigste kleuren. Het ziet er mooi uit, maar het is verval. Het stabiliseren van het verval is de zorg van de conservator.
Uit vondsten uit Vikinggraven blijkt dat dit soort glazen strijkstenen reeds vanaf de 10e eeuw in gebruik waren. Bekend is dat de Vikingen bijenwas op hun wollen kleding aanbrachten en dit met een strijkglas inwreven. Door de wrijvingswarmte werd de was min of meer vloeibaar en kon in de wollen stof trekken. Zo werd de jas wind- en waterdicht. Een heuse ‘wax-coat’ dus. Het allervroegste strijkglas is gevonden in Wijk bij Duurstede (de vroegere handelsnederzetting Dorestad) en dateert waarschijnlijk uit de 9ede eeuw. Dit is mogelijk het oudste strijkgereedschap van Europa.
Op Marken gebruikt men nog steeds strijkglazen, of zoals zij het daar noemen, ‘likstenen’, om kappen en mutsen van kostuums te polijsten. De kledingstukken worden voorafgaand in een bad met stijfsel geweekt. Na het drogen kunnen zij vervolgens worden gelikt. Aan zo’n kap ‘likt’ men meer dan 10 uur en het vergt veel handigheid, ervaring en geduld. Maar … dan zag men er wel ‘gelikt’ uit! Deze traditie wordt nog steeds overgebracht van moeder op dochter.
In gedachten zien we de portretten van Jacob Cuyp; de gesteven, in fijne plooien gestreken grote kragen, manchetten en hoge kappen. Ja, daar stak héél wat strijkwerk achter.
De strijkglazen zijn de hele maand september te bezichtigen in het Dordts Archeologisch Centrum, waar ook nog de kleine expositie Voorwerpen uit de tijd van Cuyp te zien is.