Spring naar inhoud

Zaden

Fragment van een hazelnoot Kaf fragment

Kersenpit Pruimenpit

Nog niet gedetermineerde botanische resten Fragment van een walnoot

Peer of appel Nog niet gedetermineerde botanische rest

Nog niet gedetermineerde botanische resten

Kunststukje van de week – Verschenen in de Dordtenaar op 17 april 2003. Leek: Ton Vreeken (Vreeken Zaden). Deskundige: Corrie Lugtenburg (Dordts Archeologisch Centrum).

De leek:

Ton Vreeken van de bekende Dordtse Zaden- en Tuinwinkel is benieuwd wat hij te zien zal krijgen.
Hij is direct enthousiast als hij de collectie zaden en pitten ziet en hoort hoe deze verzameld zijn. “Gòh wat blijft dat goed bewaard en wat vind je er veel! En dit zijn nog maar de grote vondsten, zo te horen, want er wordt ook nog microscopisch onderzoek gedaan.“
Ton bestudeert de zaden en pitten en concludeert dat ze enigszins afwijken van die van heden ten dage: “De kersen- en pruimenpitten zijn wat kleiner dan die van nu, maar er waren natuurlijk ook vroeger veel verschillende soorten. Sommige pitten lijken wel verkoold.”
Eén zaadje met uitsteeksel fascineert hem. “Kijk eens, er zit nog een glans op. Prachtig! Dat je dat nog ziet! Het lijkt op Job’s Tears (Latijn: Coix).“
De kleine zwarte zaadjes kan hij niet plaatsen. “Is het uienzaad of Phacelia (bijenvoer)?” Hij haalt zaad uit de winkel om ze te vergelijken, maar we komen er niet uit. Specialisten (paleobotanisten) moeten er nog naar kijken om uitsluitsel te geven.
De lijst van gedetermineerde zaden, door een gespecialiseerd bureau opgesteld, vindt hij interessant. Er staan voor hem bekende zaden op, maar ook volkomen onbekende, zoals de paradijskorrel. Daar gaat hij zeker gegevens over zoeken. Hij is erg geïnteresseerd in deze zaden, want naast zijn winkel ontplooit hij activiteiten om oude groenten op te sporen, weer te kweken en zaad van te winnen. Het gaat hem om vergeten groenten, die een uitgesproken smaak en/of uiterlijk hebben. ”In Engeland en Amerika wordt dit al lang gedaan, maar in Nederland staat dit onderzoek nog in de kinderschoenen."

Het interview tussen archeoloog en plantenkenner loop ten einde en Ton verzucht: “Wat leuk dat ik raakvlakken met de archeologie heb.”

De Deskundige:

Het DAC presenteert deze keer een aspect van de archeologie dat tot nog toe weinig belicht is: Het botanisch onderzoek.

Op de foto's zijn diverse zaden te zien die afkomstig zijn van de in 1997 uitgevoerde opgraving op het Statenplein. De grootte van de zaden (afkomstig uit een middeleeuws beerputje) varieert van 2 tot 15 mm lang. De verzameling bestaat uit pruim, kers, peer, hazelnoot, walnoot en iets onbekends dat de èchte deskundigen nog onder de loep moeten nemen.

Dergelijke vondsten worden doorgaans niet met het blote oog gedaan. Tijdens een opgraving worden grondmonsters verzameld, bijvoorbeeld uit een beerputje of afvalkuil. Deze monsters worden vervolgens gezeefd. Het overgebleven residu wordt daarna door middel van microscopisch onderzoek door gespecialiseerde bureau’s onderzocht.
Grondmonsters worden onder andere genomen om informatie te krijgen over welke voedings- en gebruiksplanten werden verbouwd, verhandeld of verzameld.

In een zeefresidu bevinden zich naast zaden ook pollen (stuifmeelkorrels), botjes van kikkers, kleine zoogdieren, eierschalen, schelpen, visresten en ongedierte (vlooien, luizen en mijten). Tot de grotere fragmenten die bij het zeven tevoorschijn komen horen kersen-, appel-, peren- en pruimenpitten en restanten van hazelnoten en walnoten.
Tijdens de opgravingen op het Statenplein zijn veel grondmonsters verzameld. Een deel van die monsters is inmiddels onderzocht. Daarin werden sporen aangetroffen van granen (emmer- en broodtarwe, gierst, boekweit en rijst), maar ook oliehoudende zaden (zwarte mosterd, raapzaad, herik en maanzaad). Daarnaast maakten groenten, kruiden, specerijen en fruit deel uit van de monsterinhoud. Tot de overige gebruiksplanten bleken paradijskorrel, koriander, braam, bosbes en druif te horen. Ook werd de aanwezigheid van hennep vastgesteld alsmede van vijg en de tegenwoordig nog maar weinig gegeten moerbei.
Een mooi spectrum van luxe en gewone, alsook exotische en inheemse planten.